In Nationaal Landschap Zuid-Limburg ligt het aantal monumenten per 1000 inwoners ver boven het landelijke gemiddelde. Samen met de bijbehorende omgeving (ensemble) bepalen deze in belangrijke mate onze ruimtelijke en maatschappelijke identiteit. Zuid-Limburg zou zonder haar watermolens, carréboerderijen, vakwerkhuizen en kastelen niet hetzelfde zijn. Verval van deze erfgoedensembles als gevolg van leegstand kan grote invloed hebben op de kwaliteit van het Zuid-Limburgse landschap.
Project
In opdracht van Provincie Limburg leidde het Gelders Genootschap in 2018 het project over leegstand en hergebruik van monumentale kastelen, buitenplaatsen, boerderijen en molens in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Doel van dit project was te onderzoeken hoe de diverse stakeholders zoals eigenaren, overheden en marktpartijen meer sturing kunnen geven aan een versnelde herbestemming van monumentaal erfgoed in Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Het project was een van hefboomprojecten van het ‘Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Zuid-Limburg’ en werd mede mogelijk gemaakt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en door Buitengoed Geul & Maas. De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen, Nuth1 en Valkenburg aan de Geul, en de Stichting Limburgs Landschap deden mee met vijf complexe casussen: Groote Molen, Meerssen; Landgoed Schaloen, Valkenburg; Boerderij Op de Bies, Schimmert; Hoeve Dobbelsteynhof, Margraten; en Landgoed Goedenraad, Eys.
Onderzoek
Voor genoemde gemeenten is een analyse gemaakt van leegstand bij monumentale kastelen, boerderijen en molens. Het overgrote deel van de onderzochte leegstaande erfgoedensembles zijn boerderijen. Tegelijkertijd is de verwachting dat in de komende jaren meer monumentale boerderijen leeg komen te staan na bedrijfsbeëindiging. Het betreft vaak grote hoeves en carré-boerderijen, die moeilijk te herbestemmen zijn. Ook bij historische landgoederen komt leegstand voor, met name bij de bedrijfsgebouwen zoals boerderijen, en is voor veel families een knelpunt. Watermolens zijn een aparte categorie wegens hun diversiteit aan waarden (natuur, erfgoed, waterkwaliteit, waterberging, etc.) en soms tegengestelde belangen.
Herbestemming
Bij herbestemmen van genoemde erfgoedtypen is het essentieel dat de ensemblegedachte de basis vormt. Boerderijen, molens en kastelen zijn namelijk geen losstaande objecten. Het zijn erfgoedensembles: functioneel samenhangende ruimtelijke eenheden met een gedeelde geschiedenis. Dit zijn: de boerderij met bijgebouwen, erf, boomgaard, tuin en landerijen; de molen met molenaarsgebouw, waterloop, erf, boomgaard en molenbiotoop; het kasteel/ landhuis met bijgebouwen, tuin, park, bossen, landerijen, visvijvers en boomgaarden. Daarbij gaat het niet alleen om een fysiek, ruimtelijk ensemble, maar ook om de functionele samenhang tussen de objecten.
Instrumentenkoffer
Daarbij adviseren we om te denken in vier primaire schaalniveaus: 1. Gebouwen, 2. Erfgoedensembles, 3. Landschappelijke Zone, 4. (EU)Regio. Bij herbestemming is het verstandig op elk schaalniveau stil te staan bij kansen en knelpunten. De gebiedsgerichte en casusgerichte werkwijzer en de instrumentenkoffer geven invulling aan de initiële vraag van het project: hoe kunnen de diverse partijen meer sturing geven aan een versnelde herbestemming van groene erfgoedensembles in Nationaal Landschap Zuid-Limburg? In het instrumentenkoffer komen de volgende thema’s aan bod: 1. Kennis ontwikkelen en verspreiden, 2. Beleidsruimte bieden voor goede ontwikkelingen, 3. Eigenaarschap & Gebruik, 4. Financieel (Subsidies & Fondsen), en 5. Verbinden & Verleiden van partijen.
Dit rapport is bedoeld ter inspiratie. Het herbestemmingsproces is complex en blijft maatwerk en mensenwerk. Wees creatief!
Foto's: Erwin Zijlstra