Afbeelding: 6159-Arnhem-Mussenbuurt1

Over kwaliteit door samenhang in architectuur en stedenbouw

29 januari 2019

Door: Gerard Derks

Voor het Gelders Genootschap is 2019 een bijzonder jaar, want we vieren dit jaar ons eeuwfeest.
Het genootschap werd honderd jaar geleden - op 15 november 1919 - opgericht als vereniging met de naam “Geldersch Genootschap tot Bevordering en Instandhouding van de Schoonheid van Stad en Land”. Voor mij is het een extra speciaal jaar, want ik ben dit najaar 25 jaar werkzaam bij deze mooie organisatie!

W.C.F. Schaap (1870-1933)

De initiatiefnemers van de oprichting van het genootschap waren ir. A.M. Kuysten, inspecteur van de Volksgezondheid in Gelderland, en ir. W.C.F. Schaap, directeur Gemeentewerken in Arnhem van 1900 tot 1920. De civiel- en bouwkundig ingenieur Schaap is voor de ontwikkeling van de stad Arnhem van zeer grote betekenis geweest. Onder zijn leiding werd het industrieterrein aangelegd, werden saneringen in Klarendal uitgevoerd en kwamen diverse uitbreidingsplannen tot stand, waaronder de eerste woningwetcomplexen en delen van het Sonsbeekkwartier en De Gulden Bodem. Ook de plaats van de nieuw te bouwen Rijnbrug werd onder zijn leiding bepaald.

Uitbreidingsplannen

In 1920 richtte Schaap een eigen bureau op: het “Architecten- en Ingenieursbureau Schaap”. Het bureau was bekend en geroemd vanwege de vele fraaie uitbreidingsplannen die in opdracht van gemeenten in Zuid- en Oost-Nederland werden gemaakt. Van de provincie Gelderland kreeg het bureau opdracht om een streekplan te ontwerpen voor Arnhem en omgeving en voor Oost-Gelderland.

Gelderse stads- en dorpsgezichten

Toen ik 25 jaar geleden in dienst trad bij het Gelders Genootschap bestond mijn hoofdtaak uit de selectie en beschrijving van te beschermen Gelderse stads- en dorpsgezichten uit de periode 1850-1940.  Dit gebeurde onder de vlag van het Monumenten Selectieproject (MSP) dat het genootschap in opdracht van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (thans Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) uitvoerde voor wat betreft de provincie Gelderland.
Bij mijn onderzoek naar de potentiële stadsgezichten in Arnhem kwam ik er al snel achter dat Schaap met zijn uitbreidingsplannen zeer bepalend is geweest voor de hoge kwaliteit van de Arnhemse stadsgezichten uit het begin van de vorige eeuw: Mussenberg, Verschuerwijk, Vogelwijk-Patrimoniumbuurt, Geitenkamp en het noordelijke deel van het Sonsbeekkwartier.

Esthetische principes

In zijn stedenbouwkundige plannen besteedde ir. Schaap - behalve aan functionele aspecten - ook veel aandacht aan esthetische principes. Deze principes waren o.a. gebaseerd op de esthestische visie op de stedenbouw van de Oostenrijkse architect Camillo Sitte (1843-1903), zoals vastgelegd in diens werk “Der Städtebau nach seinen künstlerischen Grundsätzen”.
Kenmerkend voor de stedenbouwkundige plannen van Schaap is zijn voorkeur voor korte zichtlijnen waartoe hij gebruik maakte van afgeronde bouwblokken en pleintjes, voorts gebogen, vaak korte straten met min of meer gesloten straatwanden, al dan niet onderbroken door poortjes. In zijn plannen besteedde hij bovendien veel aandacht aan de verkeerscirculatie en de onderlinge aansluiting van verschillende stratenpatronen. In Arnhem kwam daar het goed inspelen op de aanwezige hoogteverschillen nog bij. Hiermee stonden zijn uitbreidingsplannen in groot contrast met de formele stedenbouw van de 19de eeuw.

Succesfactoren

Een goed stedenbouwkundig plan kunnen we zien als een eerste voorwaarde voor het creëren van  ruimtelijke kwaliteit. Maar een goed stedenbouwkundig plan betekent nog geen automatische garantie voor succes. Voor wat betreft de eerder genoemde Arnhemse stadsgezichten is de hoge kwaliteit mede te danken aan ter zake kundige architecten en waarschijnlijk veel meer nog aan de goede onderlinge afstemming van architectuur en stedenbouw gedurende het gehele ontwerp- en totstandkomingsproces.
Voor de Arnhemse woningbouwcomplexen werden landelijk bekende architectenbureaus in de arm genomen, waaronder het Rotterdamse architectenbureau De Roos & Overeijnder en het Amsterdamse architectenduo J. Gratama en G. Versteeg. De architectonische uitwerking van de bouwplannen vond plaats in nauw overleg tussen de architecten en Ir. Schaap als directeur Gemeentewerken en het daaronder vallende, door hem opgerichte, bureau voor Bouw- en Woningtoezicht.

Wens

Tot slot een persoonlijke wens voor de toekomst. We leven in een tijdperk gekenmerkt door een terugtredende overheid en een grotere rol voor de marktpartijen. Ik heb de indruk dat daarbij de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit vaker dan voorheen naar de achtergrond verschuift.
Wat mij betreft mogen gemeenten de goede onderlinge afstemming van architectuur en stedenbouw weer meer gaan sturen en bewaken. Het inspelen op de geschiedenis en de (potentiële) kwaliteiten van de plek moet daarbij weer een belangrijk uitgangspunt worden, óók bij kleinere (bouw)plannen. Een les uit het Arnhemse verleden waarmee we ook vandaag en morgen ons voordeel kunnen doen!

 

Portret W.C.F. Schaap
Portret W.C.F. Schaap